Burgerinitiatieven als motor van duurzame economische activiteiten
Partnerschappen: Knowhow overbrengen van burgers naar managers van morgen
Maatschappelijke vraagstukken zijn complex en als organisatie alleen oplossingen uitwerken heeft weinig slaagkans. Maar wanneer krachten en expertise van diverse organisaties gebundeld worden, kunnen duurzame uitdagingen aangepakt worden. Deze manier van werken wordt ook als een partnerschap omschreven. Maar net zoals duurzame ontwikkeling blijven partnerschappen (of co-creatie) nog wat een niche begrip. Daarom heeft het FIDO in 2015 beslist in de subsidieoproep te focussen op deze partnerschappen. Nu de projecten volop aan de gang zijn, willen we de verhalen in beeld brengen. Hoe verlopen de projecten, maar vooral, hoe verlopen de partnerschappen? Het tweede partnerschap waarover wij graag berichten heeft als thema ‘burgerinitiatieven als motor van duurzame economische activiteiten.’
Steeds meer burgers creëren of zijn betrokken bij duurzame economische initiatieven. Welke zijn hun duurzame businessmodellen? Welke zijn hun beheerssystemen, hun relaties met de stakeholders, hun sterktes en zwaktes, hun uitdagingen? Om deze vragen te beantwoorden en de respons hierop te verspreiden onder de studenten en de ondernemers gingen de Stichting voor Toekomstige Generaties (STG), twee hoger onderwijsinstellingen (KUL; HEPN) en zes economische initiatieven (La Ferme du Chant des Cailles, Beauvent, Réseau Solidairement, La Surizée, Gent En garde en Energie 2030 ) samen een partnerschap aan.
Een onderdeel van het partnerschap is met de drie partners gezamenlijk een programma voor zes workshops (één per initiatief) op te zetten en te animeren. Het doelpubliek zijn in hoofdzaak ondernemers maar voor een aantal workshops zijn ook studenten van de hoger onderwijsinstellingen aanwezig. De rode draad doorheen de 6 workshops is “burgerinitiatieven als motor van duurzame economische activiteiten”. Het project beoogt een brug te slaan tussen studenten die een traditionele “Business Model”-opleiding volgen, (toekomstige zelfstandige) ondernemers, en mensen op het terrein.
Het FIDO is zelf een kijkje gaan nemen op het terrein van één van de economische initiatiefnemers, namelijk ‘La Surizé’ in Surice (zie kader) en sprak er met Sandrino Holvoet, de oprichter van het project bij Stichting voor Toekomstige Generaties (STG), en Ingrid Molderez, professor aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KULeuven.
“Mijn vak gaat over maatschappelijk verantwoord ondernemen”, legt Ingrid Molderez uit. “Mijn studenten zijn dus al vertrouwd met het concept “duurzame economie”. Maar het is belangrijk om uit de theorie te stappen en concrete realisaties te bekijken. Vóór ons partnerschap konden telkens zes studenten op vrijwillige basis deelnemen aan één van de workshops van STG in het kader van haar programma “Tournée Générale”. Dit jaar zijn 55 studenten bij dit project betrokken. De analyse van de bezochte sites maakt deel uit van mijn cursus en er werd een examenvraag aan gewijd.” Deze toekomstige Nederlandstalige managers hebben de taal- en regionale grenzen overschreden. Ze hebben afgelopen herfst de stichters van de boerderij “La Ferme de Chant des Cailles” in Watermaal-Bosvoorde in het Brusselse Gewest ontmoet, een project rond Stadslandbouw door burgers, alsook de oprichters van de grensoverschrijdende coöperatieve voor hernieuwbare energie “Energie 2030” in Eupen. “Mijn studenten worden opgeleid om zeer bedrijfsgericht te denken waarbij korte termijn rendabiliteit voorop staat”, vertrouwt Ingrid Molderez ons toe. “Dankzij deze workshops leren ze dat welvaart ook een andere betekenis kan hebben”.Voor Sandrino Holvoet biedt dit partnerschap niet alleen een 360°-perspectief op duurzame ontwikkeling[4], maar creëert het ook nieuwe dynamieken.“Onze ontmoetingen scheppen banden tussen bedenkers van burgerinitiatieven en toekomstige ondernemers”, legt hij uit. “Zij moeten allebei evolueren in hun praktijken. Onze workshops zijn interactief, zodat de motivatie voor dit soort ontmoetingen zeer hoog ligt. De studenten hebben een open mind voor nieuwe manieren van ondernemen, de profs winnen er contact met het terrein bij, de projectbedenkers profiteren van de kennis van zowel de studenten als de docenten en STG tot slot, die ook alles coördineert, kan haar pedagogisch materiaal op deze studenten uittesten. Dit is een win-winpartnerschap”. Ook naar de toekomst toe zullen de twee deelnemende hoger onderwijsinstellingen voortaan contact houden. Ze doen ook dienst als labo voor de Stichting voor Toekomstige Generaties, die pedagogisch materiaal en multimediadocumenten heeft ontworpen die zijn aangepast aan de studenten. “De studenten testen onze “producten” en hun feedback is heel nuttig”, aldus Sandrino Holvoet. “Onze energie wordt beter besteed in dit type partnerschap.” En om af te sluiten een ambitieuze maar niet onrealistische wens: “Dat al onze deelnemers actief mogen blijven in een almaar groeiend netwerk.”